In twee zaken spraken rechters zich onlangs uit naar aanleiding van aangebrachte wijzigingen in pensioenregelingen en claims die daarop volgden. In het ene geval wees de rechter toe, waar je op het eerste gezicht afwijzing zou verwachten, in het andere geval wees hij af waar je bij snelle beoordeling toewijzing zou verwachten.

In beide gevallen dringt zich de vraag op hoe zorgvuldig een veranderingstraject moet worden ingericht.

Wijziging Pensioenregeling (zaak 1839)

Een werkgever past zijn pensioenregeling in 1994 aan. De nieuwe regeling kent een voorwaardelijke regeling ter zake het waardevast houden van het opgebouwde pensioen (‘voorwaardelijke indexatie’). Er wordt dan alleen aangepast als de belegging van de pensioengelden voldoende winstdeling oplevert.

Toewijzing
Een werknemer (hierna: ‘eiser’) vecht dit in 2014, 20 jaar later!, succesvol aan: hij is van mening dat de indexatie jaarlijks zonder voorwaarden moet worden toegepast. De rechter geeft hem gelijk. Datzelfde gebeurde in 2008 ook al bij een ex-collega van hem.

Onverwacht
Deze toewijzingen zou je niet direct verwachten. Er was namelijk veel werk gemaakt van communicatie en overleg. De werkgever had overlegd met de OR en had een uitvoerig introductietraject opgezet. Het introductietraject bestond uit diverse presentaties begin 1994, een brief op 9 juni 1994, een pensioenboekje (verstrekt in 1995) en een reglement (uitgebracht in 1996). In alle uitingen werd aandacht besteed aan voorwaardelijke indexatie.

Waardoor kon het dan toch zover komen?
Interessant is dat de rechter een allesbepalende rol geeft aan de brief van 9 juni 1994. De eiser heeft uit deze brief opgemaakt dat hij recht zou hebben op onvoorwaardelijke indexatie. Op grond van deze brief had de eiser volgens de rechter niet meer hoeven vermoeden dat in de presentatie (waar eiser niet bij aanwezig is geweest), het pensioenboekje of het reglement een andere indexatie aan de orde zou zijn dat dat eiser begreep uit de brief.

Wijziging ANW-hiaatverzekering (zaak 612)

Een werkgever wijzigt de verplichte ANW-hiaatverzekering in een vrijwillige dekking.

Op 27 november 2009 vroeg de werkgever aan werknemer X aan te geven of hij aan de vrijwillige regeling wilde deelnemen. Op 4 februari 2010 ondertekende X een verklaring dat hij niet wilde deelnemen. Zijn verklaring is niet medeondertekend door zijn vrouw. Op 30 maar 2010 overlijdt hij plotseling. De weduwe vordert de ANW-hiaatuitkering. Op 10 april 2013 wijst de kantonrechter de claim echter af.

Onderbouwing afwijzing

De rechter onderbouwt de afwijzing als volgt:

  • X hoefde wettelijk aan zijn vrouw geen toestemming te vragen. Dit geldt specifiek voor (onder meer) ANW-hiaatdekkingen.
  • X zat in het managementteam en heeft zelf deelgenomen aan het besluit om de regeling om te zetten van verplicht naar vrijwillig. Hij was HBO-geschoold en voldoende intelligent om te weten wat hij deed.

Overeenkomst tussen de cases

In beide cases speelt ‘toestemming geven’ en ‘begrijpelijkheid van communicatie’. En in beide gevallen had de uitkomst maar zo anders kunnen zijn, als de feiten respectievelijk omstandigheden iets anders waren geweest.

Had de werkgever in de eerste casus zijn brief van 9 juni 1994 op het punt van de indexatie iets gedetailleerder opgesteld, dan had de eiser de indexatie niet als ‘onvoorwaardelijk’ kunnen interpreteren.

En hoe had het vonnis in de tweede casus kunnen luiden als de werknemer niét bij de besluitvorming betrokken was geweest en het vanuit zijn werk-of denkniveau aannemelijk was geweest dat de materie te complex was om goed te begrijpen? Er zouden maar zo argumenten kunnen ontstaan waardoor de rechter de claim wél zou toewijzen.

Belang hiervan voor werkgevers

Het is vaker dan op het eerste oog nodig lijkt van belang om ‘om een hoekje’ te denken. Ook al zijn de formele handelingen juist geweest, bent u als werkgever daarmee ook voldoende beschermd tegen claims?

Het veranderingstraject moet zodanig worden ingericht dat niet alleen aan formaliteiten wordt voldaan, maar ook onnodige claims worden vermeden die voortvloeien uit de mate waarin een deelnemer of zijn/haar nabestaande(n) de pensioenmaterie begrijpen. Het is daarom belangrijk dat u zich door een deskundige pensioenconsultant laat begeleiden. HLS is u hierbij graag van dienst.

Wim Schreuder