Sinds enige tijd is de AOW-leeftijd niet meer per definitie hetzelfde als de leeftijd waarop uw pensioen ingaat dat u bij uw werkgever(s) hebt opgebouwd. In de praktijk leidt dit ertoe dat bij pensionering pensioenen worden vervroegd of uitgesteld. Ook zien we steeds vaker dat de gepensioneerde gedeeltelijk blijft doorwerken.

Omdat pensioenen zijn opgebouwd met fiscaal aftrekbare premies en de uitkeringen belast zijn, heeft de Belastingdienst een dikke vinger in de pap als het gaat om regeltjes waaraan vervroegen of uitstellen van pensioen moet voldoen.

In dit artikel sta ik stil bij de voorwaarden die de Belastingdienst stelt aan vervroegd met pensioen gaan in combinatie met doorwerken.

De Belastingdienst onderscheidt in een ‘vraag & antwoord’ een aantal situaties waarbij van belang is of de vervroegde pensionering wel of niet binnen vijf jaar voor de AOW-leeftijd plaatsvindt.

Volledig met pensioen op de reguliere pensioendatum

In deze situatie gelden geen bijzondere regels. Het is zonder voorwaarden toegestaan om inkomen uit pensioen te combineren met inkomen uit doorwerken in loondienst of als zelfstandige.

Pensioeningang tot vijf jaar voor de AOW-ingangsdatum

Ook in deze situatie geldt dat pensioenen probleemloos (vervroegd) kunnen ingaan en kunnen worden gecombineerd met inkomen uit doorwerken of bijverdienen.

Pensioeningang meer dan vijf jaar voor de AOW-ingangsdatum

In deze situatie geldt dat het inkomen uit arbeid moet worden beëindigd naar mate het pensioeninkomen ingaat. Dit ongeacht de bron waaruit het inkomen komt (huidig of ander loondienstverband, activiteiten als zelfstandige etc.).

Voorbeeld:

Aad werkt fulltime, is 61 jaar en heeft een pensioenregeling die tot uitkering komt op 68-jarige leeftijd. Zijn AOW gaat in als hij 67 jaar en 3 maanden is.

Aad wil minder gaan werken, namelijk 3 dagen per week. Zijn pensioen wil hij alvast voor de helft laten ingaan. Kan dit?

Het antwoord is dat dit niet kan. Omdat Aad meer dan vijf jaar voor zijn AOW-leeftijd zijn pensioen wil laten ingaan, kan niet aan zijn wens worden voldaan. Als hij zijn pensioen voor de helft wil laten ingaan, dan mag hij maximaal nog 2,5 dagen per week werken.

Zou Aad niet 61 maar 63 jaar zijn geweest, dan had hij zijn wens wel kunnen realiseren.

Overigens: betaalde activiteiten die de (aanstaand) gepensioneerde al deed naast het dienstverband of de zelfstandige activiteiten waaruit het vervroegde pensioen afkomstig is, mogen buiten beschouwing blijven.

Als een gepensioneerde niet aan de voorwaarden voldoet, dan is de waarde van het pensioen volledig belast. Bovendien is dan over die waarde ook een ‘revisierente’ van 20% verschuldigd.

Zaak dus om op dit punt zorgvuldig te zijn.

Wim Schreuder