Onlangs schreef ik op HLS-nieuws een artikel over het effect van corona op pensioenbeleggingen en pensioendekkingen.

Nu inmiddels duidelijk is dat het coronavirus een enorme impact heeft op de economie, is het tijd om ook stil te staan bij de pensioenpremies die bedrijven betalen. Gezien de klantenkring van HLS ga ik alleen in op premies die worden betaald aan pensioenverzekeraars of PPI’s (Premie Pensioen Instellingen). Voor pensioenfondsen gelden op sommige punten specifieke spelregels.

Pensioenuitvoerders zullen proberen om bij betalingsproblemen met maatwerk oplossingen te bieden. Dat hebben de Stichting van de Arbeid, de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars met elkaar afgesproken.

Belangrijk daarbij is dat tijdige betaling van pensioenpremies wettelijk is vastgelegd. En die wettelijke bepalingen gelden vooralsnog ook in tijden van Coronacrisis. Over de beperkingen die daardoor in maatwerkmogelijkheden ontstaan is op korte termijn overleg tussen het Verbond, Pensioenfederatie, De Nederlandsche Bank en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Wat zijn de belangrijkste bepalingen in de pensioenwetgeving?

(In de vier titelkopjes hierna zitten hyperlinks, klik hierop als je de wettekst wilt raadplegen)

1. Eenzijdig wijzigen van de pensioenovereenkomst en de gevolgen van de wijzigingen.
De werkgever mag de pensioenregeling eenzijdig wijzigen. Daarvoor moet een ‘zwaarwichtig belang’ gelden. De Coronacrisis is dat niet per definitie. Van belang is welke mogelijkheden een bedrijf heeft om deze crisis te doorstaan. Een wijziging mag niet met terugwerkende kracht plaatsvinden.

2. Voorbehoud betaling.
De werkgever heeft het recht de premiebetaling, voorzover deze betrekking heeft op de bijdrage van de werkgever, te verminderen of beëindigen in geval van een ingrijpende wijziging van omstandigheden. Dit kan alleen als dit voorbehoud ook in de pensioenovereenkomst of pensioenreglement is opgenomen.

3. De betalingstermijn.
In de uitvoeringsovereenkomst van de pensioenregeling is de betalingstermijn opgenomen. Ook is opgenomen wat er gebeurt als er te laat wordt betaald. De meeste contracten lopen op maandpremie. In dat geval geldt wettelijk dat elke premie uiterlijk moet zijn betaald binnen twee maanden nadat de premie is verschuldigd. De uitvoeringsovereenkomst kan echter striktere bepalingen bevatten. Daar zou in geval van nood ruimte voor coulance kunnen zitten.

4. Premievrijmaking en beëindigen dekking door betalingsachterstand.
De pensioenuitvoerder informeert de deelnemers rechtstreeks als door betalingsachterstand de pensioenopbouw premievrij moet worden gemaakt en/of dekkingen worden beëindigd. Dat mag pas als de pensioenuitvoerder zich eerst voldoende heeft ingespannen om de premie te innen. In deze formulering zit natuurlijk ruimte om in geval van nood betalingsafspraken met de werkgever te maken. De wet vermeldt termijnen: tussen de hiervoor genoemde mededeling en uitvoering moet tenminste drie maanden zitten. De premievrijmaking vindt op zijn vroegst plaats per de datum die vijf maanden voor het tijdstip van informeren van de deelnemers ligt. Een voorbeeld in schema:

Let op:
  • Een betalingsregeling heeft geen invloed op de hoogte van de pensioenaanspraken. Werknemers kunnen in geval de pensioentoezegging (uiteindelijk) niet wordt nagekomen de werkgever aansprakelijk stellen. Bij voorkeur dient daarom ook de pensioenovereenkomst (tijdelijk) te worden aangepast.
  • Uiteraard geldt bij aanpassingen dat werknemers goed moeten worden geïnformeerd en, voor zover aanwezig, de ondernemingsraad erbij moet worden betrokken.

Corona noodmaatregelen vanuit Rijksoverheid

De overheid heeft een aantal regelingen afgekondigd om werkgevers te ondersteunen. Eén daarvan is de ‘Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid’ (NOW). De belangrijkste voorwaarden om voor de NOW in aanmerking te komen, is dat er sprake is van een omzetverlies van tenminste 20%, dat het personeel in dienst blijft en dat hun salaris volledig wordt doorbetaald.

De NOW wordt uitgevoerd door het UWV. Als grondslag geldt het socialeverzekeringsloon. Daarop komt nog een opslag van 30%. Die opslag is bedoeld voor werkgeverslasten zoals vakantiegeld, pensioenlasten en werkgeverspremies. Het maximum loon per werknemer bedraagt € 9.538 per maand.

Let op: werkgeverslasten exclusief de pensioenpremie bedragen al gauw 20% van de loonsom. Afhankelijk van de hoogte van de pensioenpremie, kan het zijn dat de opslag niet de volledige pensioenpremie afdekt.

Arbeidstijdverkorting

Als arbeidstijdverkorting noodzakelijk is, dan kan dit op verschillende manieren plaatsvinden. Werknemers kunnen minder gaan werken terwijl het dienstverband volledig in stand blijft. In dat geval wijzigt het parttimepercentage. Bijvoorbeeld van 100% naar 50%. Zo’n wijziging heeft ook invloed op de pensioenopbouw. Die wordt dan aangepast aan het nieuwe parttimepercentage.

Bij gedeeltelijke uitdiensttreding, al dan niet vrijwillig en al dan niet in combinatie met deeltijd-WW, zijn er door de Belastingdienst goedgekeurde mogelijkheden om de pensioenopbouw voort te zetten op basis van het salaris dat voorafgaand aan de gedeeltelijke uitdiensttreding werd genoten. Van belang is dat ook de pensioenovereenkomst of het pensioenreglement hierin moet voorzien.

Van toepassing?

Is ingrijpen in de pensioenregeling noodzakelijk en zou één van de hiervoor genoemde mogelijkheden van toepassing kunnen zijn? Neem dan contact met mij op om deze mogelijkheden voor jouw onderneming te beoordelen en zorgvuldige verdere uitwerking in gang te zetten.

Met vriendelijke groet,

 

Wim Schreuder